Een vreugdekreet uit ’s meuscheu hart; Wat wil de hemel ons beduiden, Waarom op aard die feestgeluiden En in de hel die bittre smart?

Zie Petrus is op nieuw geboren (Zoo klinkt het rond door Isrels koren) In Leo, ’t voorzeid; Een lichtster schittert in zijn wapen Ten teeken dat hij zijne schapen Met feilloos roer ter reede leidt.

Dit licht doet satan knarsetanden. Hij schudt tot in haar ingewanden De hel, die ’t eveneens verfoeit; Maar Isrels koor verheft ten hemel Een zegelied bij ’t straalgewemel Dat van de azuren transen gloeit.

Q schoone dag, zoo rijk aan glorie, ■O feesttriomf van Gods victorie. Die zoo de booze geesten sloeg. Dat Isrel klappende in zijn handen, De hel tot in haar ingewanden De schande van de neerlaag droeg!

M. Nijssen, r. k. p.

Venlo 27 Eebr. 1879.

Een photograaf uit Birmingham, Eastham had in den loop der maand Dec. 1878 de eer den H. ■Vader in het Vaticaant© mogen photographeeren. Daar die afbeelding buitengewoon goed gelukt was, decoreerde de Paus den kunstenaar en schreef het volgendo epigram:

Ars photographica Expressa solis spiculo Nitens imago, quam bene Erontis decus, vim luminum