ja zelfs de Apostelen zijn gevallen; met het woord van Christus oordeelen wij over de Kerk en de Apostelen.”

Op zulken bodem is inderdaad geen discussie meer mogelijk.

IV.

DE SAMENHANG OE GEDACHTENGANG IN DE PROFETIE VAN MALACHIAS.

Behalve de taalkundige verklaring, welke, zooals bleek, door de overlevering en het getuigenis der Vaders zekeren steun ontvangt, beloofde ik evenzeer te zullen toonen, hoe ook de samenhang der gedachten en de redekunstige volgorde in de woorden der profetie onze verklaring als de eenige juiste doet uitkomen. Had de arabische vertaler hierop acht geslagen, dan ware het hem niet ontgaan, dat buer spraak is van een eigenlijk offer des nieuwen Verbonds, hetwelk men nimmer of nooit met het algemeene begrip van een geestelijk offer b. V. des gebeds zou mogen verwisselen; ofschoon dit laatste in de H. Schrift nu en dan als een reukoffer wordt verzinnelijkt. Inderdaad is hetgeen de profeet in het eerste hoofdstuk en in de onmiddellijk aan onze plaats voorafgaande woorden over de offers zegt, nauwelijks voor eene verkeerde duiding vatbaar.

Welke is derhalve die gang der gedachten?

De profeet richt zich rechtstreeks tot de priesters. Waarom? G-eenszias naar aanleiding-van hunne gebeden en lofzangen in den tempel, maar wegens hunne offeryerrichtingen, welke zij zoo oneerbiedig en nalatig volbrengen. Men leze hoofdstak I vers 6 , 7,8, 9: „Tot U, o Priester, verachter van mijn naam, die zegt: „Waarin

1) Luth. op. Lib de missa privata. ed Witt. „Hic non moramnr, si clamitent Papistae, Ecclesiae patres... scimusenim,ipsos lapsos esse adeoque apostolos, verbo Cbristi judicamus £cciesiam et Apostolos.