lets uit het Venloosch Weekblad.

Geestelijken hebben geen recht om op te treden als kampioenen der individueele vrijheid, beweerde mr. Van Houten. Pausen en Heiligen hebben gestreden voor de vrijmaking van den mensch, antwoordde dr. Schaepman. ’kWil de onbetwistbare waarheid van deze stelling des katholieken redenaars staven door eenige feiten vaiibijlonderen aard uit de kerkelijke geschiedenis , ja, uit de levens der Heiligen. Wel zullen de heer Van Houten en zijne geestverwanten met de daden der Heiligen minder bekend zijn: maar ’t zou hun toch waarachtig te stade komen, zelfs in ’t belang hunner studiën op politiek en maatschappelijk gebied, daarmede bekend te worden; en die heeren zullen er niet wars van zijn, hunne kennis te vermeerderen, en niet wijzer willen zijn dan Socrates, van wien Cicero getuigt: hij droeg er roem op, zelfs op reeds gevorderden leeftijd, lederen dag zijns levens iets teleeren. Socrates gloriahatur, se quotidie aliquid discentem senem fieri. —• Ter zake. ’k Heb hier het oog op de werkzaamheden ten behoeve van ’s menschen »individueele vrijheid” , verricht door twee middeleeuwsche kloosterorden, namelijk]: de orde der Trinitarissen, gesticht door Sint-Felix van Valois en Sint-Joannes van Matha, beiden priesters, en goedgekeurd door Paus Innocentius 111, en die der Verlossing der gevangenen l’ordre de la Merci —, gesticht door Sint-Petrus Nolascus, leek, en Sint-Raymundus de Pennafort, priester, en goedgekeurd door Paus Gregorius IX. Het hoofddoel dezer beide orden was, door middel van aalmoezen, in alle christen landen bijeenverzameld, de zoo talrijke christen gevangenen en slaven bij de Mahomedanen los te koopen. Gaan we nu eens na, volgens de gegevens