leven met smaad en spot overladen, en op de ergerlijkste wdjze gekrenkt in zijne eer; doch toen hij zag, dat ook de Kerk en het Geloof op dezelfde wijze werden aangevallen, totn brak hem het hart.

De grijsaard was tusschen de 60 en 70 jaren oud.

Tijdens dat de Leipziger twistvergadering met Luther werd gehouden, lag Tetzel op zijn uiterste.

Hij beleefde niet meer het tijdstip van den treurigen triomf, toen Luther zich niet alleen als vijand der smisbruiken” maar ook als tegenstander van het geheele Katholieke geloof vertoonde; voor hem was de tijd van strijden en lijden voorbij. Gelijk de protestantsche ooggetuige M. Sebastiaan Fröschel verhaalt, lag Tetzel te zieltogen op het uur, dat de Paters het Salve regina » Wees gegroet, o Koningin!” zongen. Toen zij verder zongen: Mater misericordiae »Moeder van barmhartigheid”, begon zijn doodstrijd. En toen de kloosterlingen zongen: Sul tuum praesidium confugimus, Sancta Dei genitrix »onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht, o Heilige Moeder Gods,” gaf Tetzel den geest. Hij stierf ten 6 ure’savonds, den 7“ Augustus 1519.

Volgens protestantsche schrijvers werd Tetzel begraven in het koor der Paulinuskerk, de hoogste eer die men hem in den dood kon bewijzen, daar de Dominikaner Paters hunne eigene begraafplaats op het kloosterkerkhof hadden.

De ondankbare wereld heeft den trouwen strijder en lijder vergeten, neen, versmaad. Rondom zijn graf staan als twee schrikbeelden de Laster en de Leugen op schildwacht; geen hand mag er een krans neerleggen.

Dat hij reeds gedurende zijn leven veel te ly den had, vindt zijne verklaring in zijne zending en in den geest van zijn tijd. Ook Luther had veel te lijden. Het regende spotprenten en schotschriften op beide. Ik heb eene kopergravure in octavoformaat uit dien tijd over Luther gezien, waar Catharina Bora in nonnengewaad was afgebeeld, met een opengeslagen boek in de handen, waarin op de eene bladzijde geschreven stond: Evangeliumsecundum Luthemm volgens Luther” en op de andere