POSTSPAARBANK.

Alle postkantoren, de bijkantoren in plaatsen waar postkantoren gevestigd zijn en de daartoe aangewezen hulpkantoren, zijn belast met het aanneraen van gelden ter belegging in de Ilijks-postspaarbauk en met het doen van terugbetalingen.

Elk inlage moet minstens 25 cent bedragen. Ten einde ook liet ter zijde leggen van kleinere bedragen geinakkelijk te maken, zijn aan de kantoren kosteloos formulieren verkrijgbaar, iiigericht om daarop twintig frankeerzegels van vijf cent vast te hechten.

Zoodra het formulier geheel gevuld is, en dus eene waarde van eeii gulden vertegenwoordigt, kan het als eene gewone inlage aan de kantoren w'orden aangeboden.

Alle inlagen worden door de postbeambten ingeschreven in een spaarbankboekje, dat wordt afgegeven. _

Bij eene eerste inlage moet de inlegger, indien hij schrijven kan, eene verklaring teekenen. inlagen kunnen namens hem door een ander geschieden.

Minderjarigen en gehuwde vrouwen mede inlagen doen; ook kan ten behoeve van derden worden ingelegd.

Terugbetalingen kunnen alleen aan den inlegger zelveu of aan zijn gemachtigde plaats hebben.

Inlagen en terugbetalingen kunnen ook geschieden aan een ander post- of hulpkantoor dan dat, waar het spaarbankboekje is afgegeven.

Van de inlagen wordt eene rente uitgekeerd van 3.64 ten honderd, gelijkstaande met 11 cent voor elke honderd gulden in eene halve maand.

Die rente w'ordt elk jaar in liet spaarbankboekje bijgesclireven, dat daartoe elk jaar, in de maand waarin bet is afgegeven, door tusscbenkomst van bet post- of hulpkantoor, aan den Directeur der Kijks-postspaarbank moet worden opgezonden.

Er bestaat vrijdom van port voor de briefwisseling tussohen de -inleggers en den Directeur der postspaarbank. Gedrukte omslagen worden des verlangd door de kantoren verstrekt.

De Staat zonder eenig voorbelioud aan de inleggers de teruggave himner iulageu eu de betaling der verschuldigde renten.