in gezondheid, zullen misschien het krachtig hooid ter ruste leggen, met doorboord harte, in de bloedige voren van het bloedige slagveld?

Die gedachte houdt aller geest bezig, en menige arme moeder weent bij die gedachte dat haar het harte breekt.

Maar aller blikken zien zoo hoopvol op naar het beeld van Haar, dat daar prijkt op het altaar, en die alle smarten kent van het moederhart, die pijnen zonder weerga doorstond onder het kruis van haren Zoon.

Zoo dacht ook, zoo voelde ook de vrome herder der gemeente. Hij had immers deze moedige jongelingen zien geboren worden, had hen gedoopt, hen opgeleid tot brave Christenen, hun voor het eerst het brood des levens gereikt, en lief en leed deelend met zijne parochianen was hij als een vader, allen alles geweest.

Zijn stem beefde en tranen beletten hem te spreken toen hij de jeugdige strijders onder de bescherming stelde van de H. Moeder Gods.

De geheele kerk bad met hem onder tranen en geween.

Het was een onbeschrijfelijk roerend schouwspel.

Daar staat de eerste rij der jongelingen op, knielt eerbiedig neer op de trappen van het altaar, en ontvangt uit de hand van den leidsman hunner jeugd de medaille van de Onbevlekte Ontvangenis.

Die zoude voor hen een onder])and van genade en zegen, een machtig schild in alle gevaren wezen, wanneer bij het bulderen der kanonnen, het schetteren der la’ijgsbazuinen, de dood, de Koning der verschrikking hen omgeven zoude onder duizend gedaanten.

Allen knielen nogmaals neder om den zegen te ontvangen van Hem, die de Heer is over dood en leven, den God der legerscharen, den Koning der glorie, der victorie.

_De dienst was uit. Langzaam verlieten de geloovigen de kerk vol vertrouwen op Haar, die hunne