HOFJES

welke niet staan onder het beheer van het Roomsoh-Katholiek Oude-Armenkantoge.

Si. Andries-Hofje.

Dit Hofje op de Egelantiersgracht staat onder het Bestuur van den Zeer-Eerw. Heer B. H. Klönne, Rector van ’t Beggijnhof, en werd in 1617 gesticht door den Amsterdamschen Pastoor Jan Oly. Het Hofle -strekt tot huisvesting van oude behoeftige vrouwen, wier getal oorspronkelijk ruim 60 was, doch later om goAvichtige redenen tot omtrent 40 werd verminderd.

Moeyis-Hofje.

Dit Hofje, dat in de Vinkenstraat staat, heette vroeger „Otter-Hopje,” naar den Stichter, die tot het aloud geslacht van Otter te dezer stede behoorde. Later in het bezit geraakt van Hendrik, graaf Moens, werd het omstreeks de helft der 18de eeuw herbouwd en Moenshofje genoemd.

Regenten zijn: H. M. J. Bouvy, Singei 259, Mr. J. Jager, Raamgracht 4, L. H. J. van Cooth, Heerengracht 221 en P. F. J. Everard, Singel 397.

Zeven-Keurvorsten-Hofje.

in de Tuinstraat, bij de Baangracht. Gesticht door Jan Pronk in de 17e eeuw voor behoeftige vrouwen boven de 50 jaar met kinderen. Het heeft een eigen kapel.

Regenten: Mi’. C. P. Hoyinck van Papendrecht, Keizersgracht 519 en C. J. J. Schmitz, Sarphatistraat 5.

Niemv-Suikerhofje,

op de Prinsengracht, tusschen de Ree- en Beerenstraten, gesticht den 20 Mei 1755 door Gerrit ten Sande Jurriaansz. en zijne huisvrouw Maria de Groot, voor oude behoeftige R. K. vrouwen. Het heeft een eigen kapel.

Regent: A. J. B. van Waijenburg, Keizersgracht 282.

Gebouw van Barmhartigheid,

op de Keizersgracht, tusschen de Weesperstraat en