wij nog mogen boeken : 1 millioen 88 duizend 281 fr. 47 c.; ja, de geheele vermindering tegen verleden jaar bedraagt slechts 6,000 fr., en die is misschien niet eens in de gewone bijdragen te zoeken ; maar toch , op vooruitgang mogen wij niet roemen. En ondertusschen vermeerdert het aantal der Missiën en harer ondernemingen. Tien jaar geleden fom niet hooger op te klimmenj ondei’steunde het Genootschap 147 Missiën ; thans niet minder dan 192. En men behoeft slechts het jaarlijksch overzicht harer verslagen in te zien om zich te overtuigen , dat te gelijk in de oudere Missiën het aantal gestichten, scholen, enz. gestadig toeneemt, en bijgevolg ook de noodzakelijke uitgaven vermeerderen.

Wij kunnen dus niet passender eindigen dan met den wensch, dat Frankrijk, van waai' nog steeds het grootste aantal Missionarissen en kloosterzusters naar de landen der ongeloovigen worden uitgezonden, de plaats herneme, die het zoo langen tijd op onze jaarlijksclie rekeningen heeft gehad, zich herinnerende, dat het de bakermat is geweest van het Genootschap der H. Kindsheid , en daarom er eene eer in behoort te stellen dit Genootschap in zijn midden meer en meer te zien bloeien , naarmate het in andere landen vooruitgaat.

Is niet de gelegenheid van het jubilé zeer geschikt om daartoe eene beslissende poging te doen , en zouden wij zoodoende niet juist beantwoorden aan den wensch, dien Z. Em. Kardinaal Rampolla ons onlangs in naam van den H. Vader te kennen gaf in den brief, in het vorige nummer der Annalen opgenomen:

«De verheven Opperpriester hoopt, dat het nu geopend heilig jaar voor uw Genootschap eene gelegenheid van hoogst verblijdenden vooruitgang zal wezen.”

Mogen allen, wie het aangaat, hun best doen om die verwachting van Zijne Heiligheid in vervulling te doen gaan.

M. Demimuid,

Algemeen Bestuurder,

Voorzitter van den Gentralen Raad