school af; nu verdeelde Paola haren tijd tusschen het gebed, de overweging, de zorg voor hare broers en zusjes en de beoefening der werken van liefdadigheid.

Intusschen had hare ziel de roepstem Gods vernomen , en zij verlangde vurig zich aan zijn dienst toe te wijden in het apostolisch missiewerk. Doch slechts noode, na langdurigen tegenstand en met diepe droefheid gaven de ouders, die haar teeder beminden , eindelijk hunne toestemming, en kon zij den 8®"“ September 1864, in den ouderdom van 17 jaar, het noviciaat intreden. Den 29’'“ Juni 1867 , den dag van het feest van het H. Hart, deed zij hare geloften, en in hetzelfde jaar, toen Mgr. Zanoli, Ap Vicaris van Oost-Hoe-pé, die te Hong-kong de Zusters van Verona aan het werk had gezien, haar een gesticht te Han-kjoe wilde toeverlrouwen, werd onze geëerde Moeder, toen pas 20 jaar oud, op haar herhaald verzoek, voor die Missie bestemd. Het was voor haar en hare dierbare Ouders eene hittere scheiding. Zij vertrok uit het klooster des nachts, en den 13<*®“ October ging zij scheep naar Sina.

Door hare zwakke gezondheid leed zij veel op de reis; eene harer gezellinnen stierf onderweg, en met de overige moest zij acht maanden te Hong-kong blijven om te herstellen. Zij besteedde dat gedwongen oponthoud om zich met ijver op het aanleeren der Sineesche taal toe te leggen.

Tegen het einde van Juli 1868 vertrok zij naar Han-kjoe met drie andere Zusters onder geleide van Moeder Gupis, Overste der Zusters te Hong-kong.

De Missie was destijds in geen goeden doen, en de Zusters moesten zich eerst behelpen met een ellendig half vervallen hutje. Die armoede schrikte haar niet af; zij begonnen terstond weesjes op te nemen. Na twee maanden sprak Zuster Vismara zoo vloeiend Sineesch , dat zij in staat was om tweemaal daags eene onderrichting te geven aan de christen maagden van Hoe-pé, die Mgr Zanoli hier bijeen

A

12