niets van Mgr. vroeg mij niet, of ik de reis zou kunnen meedoen en ik zei ook niets, maar zoo hij mij gevraagd had, ik zou ronduit, al was het ook nog zoo ongaarne , hebben moeten verklaren, dat ik mij niet in staat gevoelde, om mee te gaan; want twee dagen voor het eigenlijke vertrek kon ik nog geen zonlicht aan mijn oogen verdragen , en om eene reis van 11 dagen te ondernemen en altoos te voet over bergen en door rivieren , daar heeft men zijn twee kijkers of ten minste één goeden wel noodig. Toch was ik vol moed en vertrouwen op Gods hulp en bijstand en begon dus mijn goed in te pakken ; en al moest ik dit met bedekte oogen doen, toch lukte het. Ik had twee groote zakken en daar stopte ik zooal een en ander in , wat ik al rondtastende in handen kreeg. Reeds spoedig was ik met alles gereed, daar onze bezittingen geene kostbaarheden bevatten en het aantal kleederen niet grooter was dan noodzakelijk.

Alles was dus klaar en ik wachtte nog enkel op het bevel tot vertrekken. Nu was als plaats van vertrek voor onze karavaan aangewezen Lubanda of Mpala. Pater Overste was reeds daar en de andere I'aters ook , zoodat ik alleen van Kirungu had moeten gaan, indien Monseigneur, die tegenwoordig wilde zijn bij het vertrek der karavaan uit Mpala , mij niet vergezeld had. Mpala ligt op een afstand van twee dagreizen te voet van Kirungu, of per vaartuig 12 uren. Omdat het meer niet te onstuimig was, besloten wij den weg te water te nemen. Doch , omdat men zich hier nog bedient van uitgeholde boomstammen, zooals vroeger de oude Batavieren die ook gebruikten , en evenzeer omdat er overdag gewoonlijk eene llinke bries waait, doet men deze reis het best gedurende • den nacht, want tegen zonsondergang pas gaat de wind doorgaans liggen.

Ons missiehuis te Kii'ungu ligt op een afstand van vijf kwartier van het meer , dus wij vertrokken legen vier niir. Monseigneur en ik hadden elk een ezel meegenomen , om

A.

10