veling ? Hare verlegenheid was groot. De bestierster van het hospitaal, goed en medelijdend van harte, had deernis met de arme ongelukkige en troostte haar met de belofte van haar werk te bezorgen. Eenige dagen later bracht zij haar bij eene Engelsche familie, die een vertrouwd persoon noodig had voor de verzorging van twee jonge kinderen. In deze nieuwe omgeving bevond Miniamal zich gelukkig. De heer des huizes, ofschoon protestant, toonde zich goed en edelmoedig jegens haar. Zijne vrouw, die hare geschiedenis vernomen had, was er door getroffen en behandelde haar altoos met groote goedheid. In ’t kort, zij hechtte zich zoo zeer aan hare meesters, dat zij besloot hen niet meer te verlaten en hun hare erkentelijkheid te toonen door een onbeperkte getrouwheid en toewijding.

Zoo verliepen er twintig jaar; toen trad de oudste dochter in het huwelijk en moest het huis verlaten , om haren echtgenoot naar Madras te volgen. Zij verzocht als eene gunst, Miniamal te mogen meenemen , wat haar werd toegestaan. De getrouwe Hindoesche stak dan opnieuw de baai van Bengalen over; maar hoezeer verschilde deze reis van de eerste! Niettegenstaande de hoop, die zij koesterde van hij hare jeugdige meesteres het vreedzame leven te kunnen voortzetten , dat zij tot nu toe geleid had, was zij gedrukt en had een voorgevoel, dat hare gelukkige dagen ten einde liepen. Zij bad niet meer tot hare góden gelijk voorheen ; men had haar geleerd ze te verachten, en zij durfde zich niet wenden tot den waren God, wiens naam uit te spreken zij zich zelfs onwaardig achtte. In deze wisseling van allerlei gedachten, die haar kwelden , kwam zij te Madras aan.

De regeling der nieuwe huishouding verschafte bezigheid aan Miniamal en deed haar voor een tijd hare bekommering vergeten. Na twee jaar werd het gezin vermeerderd door de geboorte van een aanvallig kindje. De jonge moeder liet hare aja roepen en stelde haar het plan voor, haar eene helpster te geven om haar te groote moeite te sparen.