AP. VICARIAAT VAN ZUID-HOE-PÉ

Brief van Zuster Maria Beatrix Franciscaner, Missiezuster van O. L. V., aan de Leden.

Dierbare Kinderen ,

is mij een geluk U te komen spreken over de heidensche kinderen die gij zoo zeer bemint, die wij opnemen en opvoeden, dank aan uwe edelmoedige aalmoezen, maar die te ver van Uat wonen om ze anders te kennen dan uit de brieven der Missionnarissen van de H. Kindsheid.

Ik ga U nu de geschiedenis vertellen van een dezer kinderen, die toen .hij nog heiden was, de apostel en de redder van zijn vader werd.

De kleine heiden en de H. Maagd.

Vóór eenige maanden lag hier in het hospitaal een arme man op sterven , ondermijnd door eene hevige aanhoudende koorts. Al de dokters hadden hem opgegeven en hij scheen elk oogenhlik den laatsten adem te zullen uithlazen.

Zijn zoontje, negen of tien jaar oud , heiden als hij, ver-