bezoeken; zeer dikwijls hebben onze weezen gelegenheid om geplaatst te worden in bekeerde familiën. Nog niet lang geleden zeide een dezer kortelings bekeerde familiën : «O! sedert wij christen zijn, zegent de goede God onzen arbeid; wij genieten veel meer welstand dan vroeger.”

Ook kan ik u verzekeren , Monseigneur, dat eiken dag de Zusters en de kinderen van het weeshuis van O. L. Vr. der Engelen bidden voor al de weldoeners van het dierbaar werk der H. Kindsheid, en voor U, Monseigneur, in het bijzonder, Neen, het H. Kind Jesus en Maria Onbevlekt zullen niet ongevoelig kunnen zijn voor zoovele noodkreten , voor zoovele wenschen en gebeden.

Daarom sluit ik dezen brief met de uiting van mijn vast vertrouwen voor de toekomst, terwijl ik mij met den diepsten eerbied noem , Monseigneur ,

Uw zeer eerbiedige en oprecht dankbare dienares,

Zuster Foubert,

Dochter van Liefde.

AP. VICARIAAT VAN MANTSJOERIË.

Brief van den Eerw. Heer Christophe Mannier, van de Vreemde Missiën, aan Mgr. den Algemeenen Directeur.

Kwan-tsjieng-lse, 5 December 1904.

Monseigneur.

Serwijl in heel de wereld de oogen gericht zijn naar ons Mantsjoerië, om het drama te volgen dat hier wordt afgespeeld ; terwijl de slachtoffers bij duizenden geteld worden , is er in ditzelfde Mantsjoerië een Werk, dat de Engelen met vreugde beschouwen ter oorzake der vruch-