In dit gezin groeide de kleine op tot den ouderdom van 6 jaren. Het was een lief, bevallig kind, verstandig en geestig ; haar gesnap was haast welsprekend ; in een woord, elkeen had er pleizier in, en meer dan ééne moeder hoopte reeds haar tot bruid te krijgen voor haren zoon. De tante koos eindelijk een bruidegom uit, en de koop werd gesloten.

Reeds was het uur bepaald, waarop het meisje naar haar nieuw gezin zou vertrekken ; maar wie buiten den waard rekent, zegt het spreekwoord, moet wel eens dubbel rekenen.

Er ontbrak namelijk iets aan de schoonheid van de kleine Sineesche dame Gij zult zeker wel weten, dat de waarde eener vrouw hier in Sina vooral bestaat in de kleinheid harer voeten, en ons juffertje, waarvoor men 50 taëls, d. i. 200 fr. bedongen had, was gezegend met voeten zooals de uwe, dat is, zooals Onze Lieve Heer ze haar gegeven had Nauwelijks dan ook was de koop gesloten, of men beduidde aan Tsjansji ze dat zij bare voeten stijf moest laten omzwacbtelen. Nam zij dit aan, dan veroordeelde zij zich tot eene pijniging. Mejuffrouvv was aan dat oor doof; zij verklaarde beslist, dat zij eerder in den put zou springen dan zich die marteling te laten welgevallen. Groote woede daarover bij de huisgenooten : Tsjan-sji-ze kreeg onmeedoogend met den stok, maar haar hoofdje was harder dan het hout; zij liep weg en stortte zich in een nabijgelegen put.

Onze Sineezen stonden versteld... 50 taëls naar de maan ! ... De oom onzer heldin greep het touw dat in den put afhing, lief zich daarmee naar beneden en bracht haar weer boven ; zij was doornat, maar overigens ongedeerd.

Nu veranderde men van taktiek : men sprak niet meer van haar voeten, maar onder voorwendsel van wat te gaan wandelen bracht men haar op een mooien dag naar het huis van haren verloofde, waar de koopprijs terstond betaald werd.

Den eersten dag was men heel lief tegen Tsjan-sji-ze; ’s anderdaags wilde men aan haar voetjes beginnen, maar bet meisje bleef onverzettelijk. »Gij moet weten,” zeide zij, »dat