rozen gekroond en elk omgeven; door vier der kleinsten, versierd met rooskleurige linten. Daarop volgden in volmaakte orde al de andere leden. De processie trok tweemaal de plaats rond, terwijl men in de landtaal het zoo treffend lied zong : „Luistert, uit het verre Sina.”

Onze goede en waardige Bisschep, Mgr. Gazet, had zich gewaardigd, ons klein feest met Zijne tegenwoordigheid te vereeren. De Eerw. Superior en de Eerw. Pastoor der Kathedraal vergezelden hem. Onze gelukkige kinderen, in eene zaal, voor deze gelegenheid ingericht, vereenigd, droegen twee samenspraken voor over de H. Kindsheid, de eene in de landtaal, de andere in het Fransch. Daarna volgde de loterij, waarin tot aller voldoening geen nieten voorkwamen ; aan élk lot was een prijs verbonden. Monseigneur bedankte vervolgens onze leerlingen, zich zoo edelmoedig betoond te hebben tegenover de arme verlaten kinderen van Sina en moedigde ze aan, voort te gaan, zich apostelen voor dit schoone werk te toonen onder de andere .leerlingen. Na zijn zegen te hebben gegeven vertrok Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid, ons volkje gelukkig en tevreden achter latend. Om het feest volmaakt te doen zijn, deelden wij koekjes, pimpernooten en benanen uit, welke vroolijk gebruikt werden op een wandeling, die onder geleide der meesteressen gehouden werd.

Moge het schoone werk der H. Kindsheid, dat wij in het hart onzer dierbare kleine Malgachen trachten te doen herleven, en waardoor zij zich om het Kindje Jesus scharen, hun een steeds grootere liefde inboezemen voor den goeden God en alzoo de goddelooze beginselen, 'die men door allerlei middelen in het land ingang tracht te doen vinden, geen schade toebrengen aan de onsterfelijke zielen.

Vergeef mij. Monseigneur, dat ik u door dit schrijven zoo lang bezig hield. Uwe vaderlijke goedheid gedachtig, die U steeds den kinderen betoond, en het belang, dat U altijd in onze missiën stelt, meende ik U een genoegen