toonde Paria Maryagatamal zich zoo deugdzaam, dat men haar waardig achtte tot het hemelsch maal der H. Communie te wordien toegelaten. Wie zal kunnen zeggen, wat er in die zoo zuivere ziel omging op het oogenblik dat Jesus er voor het eerst zijn intrek nam ? Zij scheen niet meer tot deze aarde te behooren. Den avond van dien schoenen dag wijdde zij zich plechtig toe aan de H. Maagd en zwoer haar een eeuwige liefde. Aan de devotie tot Maria en den H. Jozef zal zij nog eene innige godsvrucht paren tot Jesus en zijn H. Sacrament en daar zal zij de noodige genade putten, om te volharden in hare heilige voornemens.

De godvruchtige Indou zal aan den voet der heilige altaren de grootheid en de schoonheden van het christelijk leven bestudeeren. Zij voelt zich getrokken tot den maagdelijken Bruidegom der onbevlekte Maagd en geroepen het spoor te volgen van die zuivere zielen, die den roem van het christendom uitmaken, zal zij het bestuit vormen de lelie harer maagdelijkheid tot aan haar dood ongeschonden te bewaren.

Onbekend met dit besluit hunner dochter, hadden de ouders niets verzuimd, haar een schoone toekomst te bereiden. Toen de tijd om een bruidegom te kiezen daar was, hielden de ouders zich onledig met de toebereidselen tot het huwelijk. Alsdan maakte Paria Maryagatamal haar vast besluit bekend, niet te huwen. „Mijn besluit is genomen,” verklaarde zij en „het is onwrikbaar.” Buiten zich zelven van verslagenheid, beproeven de ouders hare dochter de winnen door zachtheid, bedreigingen : geweld zelfs ; ijdele pogingen : het jeugdige meisje zal niet toegeven.

Zij, die tot dan toe niets kende dan de teederheid harer moeder en de liefkozingen, van haar vader, zal