die school houden, werklieden bestieren, en den catechismus leeren aan de landlieden ; verder moet elk onzer op haar beurt , den tol aan de koorts betalen. Wij zouden wel met twaalven moeten zijn, om al het goede, wat in dit uitgestrekt distrikt kan gedaan worden, tot stand te brengen. De goede Meester echter, om ons te bewijzen, dat wij de kinderen zijner Voorzienigheid zijn, wil ons niet zonder hoop laten. Gij zult zeker met genoegen vernemen, Mgr., dat Hij aan eenige onzer kinderen, die sedert verscheidene jaren bij ons zijn, de gedachte heeft ingegeven, zich ook aan den dienst van den goeden Meester en aan de bekeering en evangelisatie harer landgenooten toe te wijden. Zes harer zijn' sedert zes maanden bij ons te Ambatolampy, waar haar tijd verdeeld is tusschen de studie en de vorming tot het kloostelijk en apostolisch leven. Het is nog maar een proefnoviciaat, goedgekeurd door den H. Vader, den Paus en gezegend door den bisschep. Ons doel is, meerdere zulke noviciaten te hebben, die over onze verschillende posten verdeeld, volgens de behoeften onze Zusters zouden kunnen ter zijde staan. Wij zien, door de'ondervinding, die wij hebben opgedaan in onze bezoeken der omliggende christenheden, waarop zij ons vergezellen, dat die inlandsche religieuzen veel goed zullen bewerken, daar zij beter dan wij op de hoogte zijn van de gebruiken en zeden van het land en van de hoedanigheden en gebreken zijner bewoners. De duivel, die dat gelukkig resultaat voorziet, laat niet na hetzelve tegen te werken, daarom durven wij dit werk aanbevelen in de vurige gebeden van al de leden der H. Kindsheid.

Aanvaard, Monseigneur, de gevoelens van eerbied en erkentelijkheid

van uwe zeer nederige dienares

Zuster Johannes Berchmans.