het, dat zij door een algemeen gebruik en door bijgeloof misleid, een misdadige hand slaan aan hunne kinderen, houdt het er voor, dat het vader- en moederhart slechts na lastigen strijd bezwijken. Een kindermoord, door christen handen bedreven houdt helsche boosheid in, maar door heidenen begaan, is de boosheid minder groot. Wij weten, dat wij kinderen Gods zijn, kinderen van den Schepper van al wat leeft, de heidenen echter zijn slaven van hem, die van den beginne een moordenaar is. Kinderen van den oneindig barmhartigen God, moeten wij, evenals God, barmhartig zijn. In het werk der H. Kindsheid biedt Hij ons daartoe de schoonste gelegenheid aan. Redden wij, om de liefde Gods, de verlaten kinderen en, door de gebeden dier kinderen zullen wij ook eens de zaligheid hunner ouders bekomen.

De eigenlijke en ware oorzaken van den kindermoord heb ik getracht duidelijk uiteen te zetten ; ik deed mijn best, niet te overdrijven, want ik ben er innig van overtuigd, dat de zuivere waarheid beter te stade komt, dan welke overdrijving ook.

Van overdreven voorstellingen sprekende moet ik bekennen, dat niet altijd de werkelijkheid wordt voorgesteld. Als men bij voorbeeld spreekt van een troep varkens, die bezig zijn, verlaten kinderen te verslinden, wil men daardoor te verstaan geven, dat pasgeboren meisjes gewoonlijk aan honden en varkens te eten worden gegeven ? Kinderen vooral zullen zulks daaruit besluiten en nochtans is ’t niet waar. Wij moeten het hart der kinderen niet den afkeer voor de Sineezen inprenten, maar de liefde der zielen. Dat onze katholieke kinderen, die de kleine Sineezen beminnen, nu ook de ouders dier kleinen, de arme verdwaalde heidenen, in hunne gebeden indachtig zijn. 't Is waar, zij hebben vele en groote gebreken, maar ook uitmuntende hoedanigheden: van al de heidensche volkeren, die ooit bestaan hebben, zijn de Sineezen het grootste en het kloekste.