was zijn naam, deze dag is wel de schoonste van mijn leven.” En groote tranen vloeiden uit zijne oogen. Vijf en twintig dagen later bracht men hem naar ons hospitaal. Hij had het geluk zijn Eerste H. Communie te doen en de laatste H.H. Sacramenten in de heiligste gesteltenissen te ontvangen. Hij had daarna slechts één verlangen meer, namelijk zijn God te gaan aanschouwen en zich niet meer van Hem te scheiden. De H. Michaël, patroon van den post Namatonna, heeft hem zeker ir zijn laatste oogenblikken bijgestaan.”

Amparihimena. „Deze naam welke rood meer beteekent, wordt aan dat land gegeven ter oorzake der talrijke en schoone rijstvelden, die als een uitgestrekt meer vormen. De weg naar dien post is tamelijk goed totdat men aan een klein, vrij diep meer komt. Over dit meertje ligt een brug, bestaande uit een boomstam, een weinig dikker dan mijn arm. Indien de ijver voor het heil der zielen u verslindt, ga er dan over; zonder dat zal de moed u wel ontzinken, want die brug waggelt.

„Eertijds beteekende deze post niet veel. Thans erkent men hem niet meer. Hier bevindt zich een blinde. Jozef genaamd. Deze man bezit een bewonderenswaardig geloof. Dezer dagen zei hij mij : „Indien men mij beloofde, dat ik weer ziende zou worden als ik den katholieken godsdienst verliet om dien der protestanten te omhelzen, zou ik liever blind willen blijven. Ik zal de geboden van God onderhouden, opdat ik Hem duidelijker moge zien in den hemel.” Dicht bij Ampareihimena ligt een dorp, Ambohitrinibe genaamd. Daar leeft een man van omstreeks vijftig jaren, ziek van gestel, of liever sinds twee jaren lam ; deze had daarenboven het gebruik der rede verloren. Toen Moeder S‘ Joannes Berchmans hem eens bezocht, gaf zij hem een eenvoudig geneesmiddel, maar beval daarbij aan zijn vrouw een groot vertrouwen aan in de H. Maagd. Rafaro, beloofde het, leerde het Weesgegroet en.