Weldadige lieden brachten hun den rijst, welken de melaatschen zelven kookten en met gezouten groenten toebereidden. Zij omwonden hunne zieke lichaamdeelen met stukken voering, welke zij uit hunne kleeren trokken.

Zoodra wij hier aankwamen was onze eerste zorg, dit gasthuis in te richten volgens de eischen der gezondheid en de verordeningen des lands aangaande de gasthuizen. Onnoodig, U te zeggen, dat door dit werk onze eerste geldmiddelen op waren ; maar, wij konden die arme ongelukkigen zoo niet laten lijden.

Tot in het jaar 1905 bleef het getal zieken omtrent hetzelfde ; maar sedert den oorlog zijn de belastingen verhoogd,, de eetwaren duurder geworden en zoo worden wij genoodzaakt het getal onzer beschermlingen een weinig te verminderen.

God weet, hoeveel wij geleden en gestreden hebben, alvorens tot dien maatregel over te gaan. Wij moeten ons thans vergenoegen, de ongelukkigsten op te nemen. Maar hoe dikwijls toont God zijne barmhartigheid jegens die verlaten lijders; Hij heeft medelijden met hun droevig lot en opent hun de deur des hemels, om hun te vergelden voor het wonderlijk geduld, waarmede zij hunne schrikkelijke pijnen doorstaan.

Het weeshuis der H. Kindsheid, ten jare 1902 met eene toelaag van 1000 franken gesticht, heeft tot op heden vier en dertig kinderen opgenomen. Twee er van zijn ten hemel gestegen, drie zijn gehuwd en drie zijn in verschillende christen huisgezinnen opgenomen.

Sedert 1900 hebben wij onder onze christen vrouwen een twintigtal helpsters aangenomen. Ik zou u niet kunnen zeggen, hoezeer zij ons genegen zijn. Zij zijn ons van zeer veel dienst in onze verschillende werken; want daar wij betrekkelijk niet talrijk zijn, zou het moeilijk wezen, zonder haar in al de noodwendigheden te voorzien.

Wij hebben vijf vrouwelijke catechisten ; zonder haar zou-