Het werk der H. Kindsheid is te Tjao-tjioe nog bloeiender dan in andere jaren. De goede houding der kinderen, de zindelijkheid, die in het weeshuis heerscht, het vroohjk en gunstig uiterlijk onzer kinderen brengen dit gesticht een zeer goeden naam aan en zetten de heidenscbe gezinnen aan, ons hunne kinderen toe te vertrouwen, liever dan ze op de wallen te vondeling te leggen. Ik heb hier tot 6 kinderen op één dag zien aanbieden. In de maand April hebben wij er bij de 200 aangenomen. De pest heerschte toen en veel families, door den geesel zeer getroffen, ontdeden zich gaarne van de pasgeborenen.

Jammer, dat de H. Kindsheid ons niet milder kan ondersteunen. Het deel, dat ons door het Genootschap voor het Vicariaat wordt verstrekt is verre van voldoende. Wij komen elk jaar 400 a 500 piasters te kort. Toch moet ik trachten die te vinden, zoo wij dit zoo schoone en troostende werk willen voortzetten.”

Pater Le Gorre, missionaris van Kit-yung, schrijft; „Waarom kon ik niet meer doen voor de H. Kindsheid 1 Gij bezorgt mij slechts 200 piasters. Monseigneur, en ik besteed er elk jaar 300 voor het onderhoud dezer arme kinderen.

Te Canton zelf, als Parijs zoo groot, en waar, naa.st de grootste weelde, duizenden .en duizenden armen krioelen, doopt M. Fourquet, pastoor der Kathedraal bij de 2000 kinderen en zulks met onvoldoende middelen ; de nieuwe Canadeesche Zusters zetten het werk harer voorgangsters voort en redden een aantal kinderen, dat op 25000 o'geveer kan geschat worden.

Om het bisschopspaleis springen en dartelen een aantal jeugdige weezen, die gebeden prevelen en zich met handwerk bezig houden, ’t Is heerlijk om te zien, maar hoe droevig is de gedachte, dat morgen misschien eenige arme kleine wezens, die vragen om opgenomen te worden, bij gebrek aan geld zullen moeten afgewezen worden.