het gebed, dat door hen telken dage voor hunne heidensche broertjes en zusjes ten hemel wordt gezonden, moet ongetwijfeld Gods rijksten zegen over de leden zelven en hunne ouders aftrekken. Dit alles maakt het begrijpelijk, dat de ouders met dit liefdewerk ten zeerste zijn ingenomen en dat de kinderen met de grootste opgewektheid de voorwaarden van het Genootschap volbrengen.

Wij durven vertrouwen, dat deze gegevens U Zeereerw. zullen aansporen en doen besluiten, om het Genootschap ook in uwe parochie op te richten. De moeiten, aan de oprichting, instandhouding en bloei van het Genootschap verbonden, zijn gering, en worden in den regel door de dames zelatricen en thesauriersters. met de meeste bereidvaardigheid gebracht. Dit slechts is noodig, dat U zich wendt tot Zijne Doorl. Hoogw. den Bisschop met het verzoek om het Genootschap in uwe parochie op te richten, en dat U de eventueele oprichting meldt aan de algemeene thesaurierster van het Genootschap, Mej. Marie Suijs te Tilburg. Deze zal zich gaarne belasten, om door gedrukte stukken en schriftelijke wegwijzingen U met alle onderdeelen van oprichting en regeling bekend te maken.

Onze vurige wensch is, dat alle kinderen van ons Bisdom, ook door uwe medewerking, deelachtig worden aan de geestelijke voordeelen, aan het Genootschap der H. Kindsheid verbonden.

Met de meeste hoogachting

De Directeur dioc. v. h. Gen

J. Pompen, Vic. Gen.

’s-Bosch, 21 November 1910.