Te beweren dat de kindermoord algemeen is in China en in alle gewesten van dit onmetelijk Rijk gepleegd wordt, zou van mijnen kant al heel roekeloos zijn ; ik wil aannemen dat er streken zijn waar deze kwaal weinig of niet voorkomt, maar zeker is het dat de kindermoord in onzen dichtbevolkten Thoemet, die uitgestrekter is dan heel Holland, op zijn minst genomen verschrikkelijk is. Vraagt het hier aan den eerstbesten Chinees, hij zai u antwoorden : in gewone tijden worden reeds vele kinderen, voornamelijk meisjes verlaten, maar den tijde van hongersnood is het nog onnoemelijk veel erger.

Voor een paar jaren ondervroeg een missionaris de vrouwen in de catechumenaatsschool, of zij in het heidendom ook kinderen vermoord hadden en hoeveel. Veruit de meeste antwoordden hierop bevestigend, verschillende zelfs hadden 2 en meer kinderen weggeworpen. Dezelfde vraag is later nog elders door andere missionarissen gesteld, en ook zij hebben een gelijkluidend antwoord ontvangen. Eene Chineesche Zuster, in zeker dorp met het onderwijs der vrouwen belast, stond in eene school voor 30 a 40 vrouwen en deed het volgend voorstel: dat ieder uwer, die geen kindermoord op het geweten heeft, den vinger opsteke ! Geen enkele vinger kwam omhoog. Alle missionarissen zijn er dan ook van overtuigd, dat er onder hunne nieuwbekeerden weinig of geen ouders gevonden worden, die niet aan dezen gruwel plichtig zijn.

t Is nog maar enkele dagen geleden, dat er een pasbekeerd huisvader bij mij kwam ten einde de namen zijner vrouw en kinderen te doen opschrijven. Na aanteekening vroeg ik hem : en hoeveel meisjes hebt gij gedood ? Zonder blikken of blozen antwoordde hij : „vier!”

Een ander nieuweling in het geloof kwam onlangs een jongetje van 4 jaren te verliezen ; het knaapje was Goddank nog in tijds gedoopt. De vader was radeloos van smart en, nog te kort bekeerd om vatbaar te zijn voor gevoelens

A

12