bestaat om den kindermoord voor goed uit te roeien en dit is : de heidenen winnen voor de leer van het Evangelie en hen deelachtig maken aan de ware beschaving van het christendom. Doch dit gaat vooral in China met groote moeilijkheden gepaard. In het dagblad „de Tijd” van 1. 1. Juli vond ik een paar artikelen over den vooruitgang van het Katholicisme in Azië. Volgens gegeven statistieken schijnen de uitkomsten niet erg bemoedigend. De geachte schrijver wijst er op, hoe de missionarissen in China verschillende tegenkantigen ontmoeten, waarvan in andere missiën geen sprake is ; en hoe daar vooral geldelijke steun noodig is. Hij besluit daarom met een beroep te doen op de algemeene liefdadigheid om de missiën in Azië vooral krachtig te steunen. Ik mag niet beter hopen dan dat deze oproeping bij velen gehoor vinde, en gewenschte vruchten drage.

Het is zeker, zoolang de Chineezen heidenen blijven, zullen zij deze duivelsche gewoonte van den kindermoord niet afleggen ; en eer China bekeerd is zal er nog veel water door de zee loopen. Intusschen kunnen wij niet beter doen dan hunne verlaten kinderen zooveel mogelijk voor een ongelukkigen dood vrijwaren. Door een kind, dat van zijne ouders verstoeten wordt, op te nemen, behouden wij niet alleen een leven, dat op zich zelf reeds eene kostbare gave is, maar redden wij ook eene onsterfelijke ziel, die anders de eeuwige zaligheid zou moeten derven. Ook al hadden wij hier niets anders te doen, dan nog zou ons missionarisleven te benijden zijn.

Hoe wij in dezen te werk gaan ? Heel eenvoudig ; Rondom mijne christenheid is alles heidensch. Ik laat overal in ’t rond bekend maken : „Ouders, die een kind hebben dat zij niet willen opvoeden, moeten het niet dooden ; dat zij het bij den missionaris brengen, die zal hun eene goede belooning geven.” Zoodoende heb ik hier binnen de 3 jaren tijd, reeds 80 kinderen kunnen afkoopen. In het begin