JAPAN

Uittreksel uit een brief van de Eerw. Moeder Augustina, Overste der zusters van St. Paulus te Chartres in de Japansche Missiën.

De dochter van Nakaishi,

O Haru (de edele Lente), de dochter van een heiden, Nakaishi genaamd, bezocht sinds twee jaren onze school.

Daar zij de lessen altijd trquw bijwoonde viel het hare meesteres op, dat zij reeds sinds eenige dagen afwezig was. Benige harer medeleerlingen van dezelfde buurt, hierover ondervraagd, zegden, dat zij ziek was.

Den volgenden Zondag richtten de beide zusters der school en der apotheek zich naar de woning der zieke. Zij kenden haar adres. Daar zij echter nog niet bij haar aan huis waren geweest, was haar verblijf in eene groote stad, als Tokio moeilijk te vinden.

In de wijk der stad, waar zij woonden, aangekomen, spreken zij iemand, dien zij op straat ontmoetten, aan. „Zoudt U ons niet kunnen aanwijzen, waar het huis staat met dat nummer ? Kent gij mogelijk ook de familie Nakaishi ?” Aanstonds verheldert het gelaat van den onbekende. „Ik ben zelf Nakaishi dien gij zoekt, gij zijt zeker de meesteressen mijner dochter ?” Op het bevestigend