Uit de 'Missiën.

AZIË.

Uittreksel uit een brief van Z. D. H. Mgr. Chatagnon, Apost. Vic. van Zuidelijk Su-tsjuen, aan Mgr. den algemeenen Bestuurder.

MONSEIGNEUR.

Na U mijn verslag te hebben opgezonden mocht ik verleden jaar een gewaardeerd schrijven ontvangen waarin mij verzekerd werd, dat mijn gewone toelage zou worden verstrekt ondanks de ongenoegzaamheid der hulpmiddelen.

Ik ben U daarvoor dankbaar, meer dan ik zeggen kan. ’t Is eene aanmoediging om al het mogelijke te doen ten einde het schoone Genootschap, toch al zoo bloeiend in onze missiën van Su-tsjuen te ondersteunen.

Wij tellen dit jaar 77.000 biechten en 85.000 Communiën op eene bevolking van nauwelijks 30.000 zielen. Verder teekenden wij aan 25.000 doopsels van volwassenen, 300 meer dan verleden jaar.

Wij hebben een ander werk der H. Kindsheid gelukkig tot grootteren bloei kunnen brengen, namelijk het onderwijs en de opvoeding van kinderen van nieuwbekeerde Christenen. Daar de bekeeringen van heidenen deze laatste jaren talrijker waren, moesten wij ons haasten den zielenoogst