„Wat zal Cyrillus blij zijn,” dacht ik. Ik roep hem bij mij om hem mijn cadeau aan te bieden. Zonderling! Nauwelijks wil Cyriel de pijp aankijken. Hij geeft ze mij weder met de woorden; Neen, Pater, ik wil ze niet L” Ik dring aan. Nieuwe weigering.

Ten slotte stop ik hem de pijp in de hand. Hij durft ze mij niet meer terug te geven en gaat beteuterd heen ... .

Twee uren later kom ik in mijn kamer. Wat zie ik ? Op eenen stoel ligt de beruchte pijp, een halve frank er naast en een briefje. Het briefje helderde de zaak op.

Cyriel Konde schreef: „In deze dagen van rouw voor U wil ik geen geschenk aannemen. Het staat aan mij U er een te geven, en daarom zal ür en mijn vriend Ngoma voortgaan gebeden en communiën op te offeren voor uwen overleden broeder. De halve frank ? Cyriel was niet rijk ; hij gaf, wat hij had om het zijne bij te brengen tot het lezen eener H. Mis voor den afgestorvene I

Een neger willen witwasschen is zijne zeep verknoeien; met er menschen en christenen van te vormen verbeuren de missionarissen noch hun tijd noch hun arbeidsvruchten !