gen. Spoedig echter kwamen zij terug, niet met palen maar... met Lisasi; „Pater, zeggen ze, het is de moeite waard, dat gij eens komt zien, waar wij hem vonden. Waarachtig 1 midden in ’t bosch had de snaak een hoekje gerooid, zijn bijl werd terstond door den eigenaar herkend. Het open plekje was omgewerkt en met maïs beplant. Hiertoe had Lisasi ingelijks in het dorp een houweel geleend, zonder den eigenaar hiervan in kennis té stellen. Een hutje van eenige meters doorsneê in den vorm van eenen bijenkorf had hij er heel knapjes getimmerd. Daar binnen vonden onze mannen terstond elk iets van het hunne terug.

„Zie, die schelm, hier heeft hij mijn mes geborgen 1” „En de bikia-pot mijner vrouw 1” „Pater, kijk, daar het vel van uw schaap !” „Waarachtig, daar vliegt mijn kip van het nest, zij verdween, vóór veertien dagen, in het hooge gras !

Te midden dier drukte bleef ons negertje onveschillig toezien alsof dit alles hem niet aanging. Toen men hem door allerhande vragen in het nauw bracht, zeide hij , „Heb ik niet getoond slimmer te zijn dan gij allen ?” „Ja, doch eindelijk hebben wij u toch gesnapt!' „Zeker, maar niet door uwe eigene slimheid... och!... het zijn mijne geesten, die mij verrieden en u hier heen leidden.”

Twee mannen werden gelast beurtelings een oog op Lisasi te houden, zijne schelmstreken te beletten en te zorgen, dat hij het godsdienstonderricht volgde

Op den duur verkregen wij aldus eenen goeden uitslag. Met goedheid en vastberadenheid van onzen kant, met goeden wil en zelfbeheersching van den zijnen, gewende zich Lisasi stilaan aan de regeltucht. letwat wilds en sluws van zijnen volksaard bleef hem steeds bij, doch hij hechtte zich vertrouwvol aan de missionarissen en was gedienstig en gewillig.

Hij kreeg een strookje gronds waarop hij maïs en zoete patatten verbouwde en ten leste werd hij christen.