zooals u denken kunt, hen aan te sporen te willen voortgaan mij te helpen. Het spreekt toch van zelf dat, worden wij niet voortdurend bijgestaan door hunne edelmoedige giften, wij maar bedroefd weinig kunnen uitrichten.

Misschien (en ik hoop het) zou deze kleine beschrijving van onze Catechumenaten de leden van de Vereeniging kunnen interesseeren en zelfs andere missie-vrienden, buiten de Vereeniging. Ik zou u daarom dankbaar zijn hen met mij en mijne Missie te willen in kennis stellen.

Hopend dat dit mijn schrijven u niet onwelkom zal zijn het is voor Onzen Lieven Heer bied ik u de verzekering aan mijner hoogachting en dankbaarheid.

F. Geurts.

Voortplanting des Geloofs.

Onze wijze van heidenen bekeeren bestaat hierin n. 1. hen met de hulp van de Christenen in eene school te doen komen, hen daar onderrichten in den godsdienst en voorbereiden tot het Doopsel. Dus :

1® ,De Christenen te overtuigen, dat het hunne plicht is de heidenen zooveel mogelijk te bekeeren.

2® Is het hun geslaagd eenige families over te halen, dan wordt er eene school, catechumenaat geheeten, geopend, bij voorkeur in de plaats zelf waar de nieuwbekeerden gevestigd zijn. Deze school duurt gewoonlijk drie of vier maanden.

3® Deze nieuwbekeerden, voldoende onderwezen en gedoopt, worden op hunne beurt aangespoord, het Geloof te verspreiden tusschen bloedverwanten, vrienden en kennissen. Hun ijver overigens schiet hierin meestal niet te kort. Op deze manier wordt het Geloof letterlijk „gezaaid” volgens de uitdrukking van O. L. Heer, en ofschoon dit zaad niet overal in dezelfde mate opschiet en vruchten voortbrengt, zoo worden toch weer op verschillende nieuwe plaatsen catechumenaten geopend, en zoo groeit het getal christenen met den dag aan.