Zij namen mij met goedheid op en verzorgden mij met veel liefde en genegenheid. Op zekeren morgen ontmoette ik een broer mijner moeder en deze nam mij met zich mede. Maar daar hij zeer arm was bracht hij mij naar Hong-Kong, alwaar hij mij toevertrouwde aan de Zusters der H. Kindsheid. Na een kort verblijf aldaar ben ik naar Frankrijk vertrokken in gezelschap van twee kloosterzusters, die mij onderwijzen, leeren werken en mij met alle mogelijke zorg behandelen. Zij vervangen mijne moeder. Ziet gij nu wel, hoe goed Jesus voor zijn arme wees geweest is ?

X. Lieve zuster, gij hebt zooveel voor Jesus geleden, dat Hij u wel teeder beminnen moet. Ik begrijp nu zeer goed, dat de Chineesche kinderen, die hun godsdienst getrouw zijn, den goeden God meer beminnen dan wij. Lieve zuster, vraag aan jesus, die u zoo liefheeft, dat Hij aan alle kleine kinderen van Frankrijk een hart geve, gelijk aan dat der kleine Christen Chineesjes.

Maria. Dierbare zuster, ik meen, dat gij overdrijft, ik zal integendeel aan jesus en Maria vragen, dat zij aan de Chineesche kinderen een goed, een edelmoedig, een liefdevol hart geven, gelijk aan dat der kinderen van Frankrijk, die door de offers welke zij aan de H. Kindsheid geven, zoo krachtdadig mede werken aan het heil der heidensche kinderen.