Uit de Missiën.

AZIË.

CHINA.

Uittreksel uit een brief van Moeder Maria St. Symphorianus, Franciscanes, missionaris van Maria te Fai-uien-foe.

Onze kostschool is nog maar in haar begin. Maar het knopje schijnt spoedig te zullen ontluiken. Reeds zijn twee nieuwelingen het groepje komen vermeerderen, twee echte snapsters. Elisabeth, die in Rumenië geboren is en wier ouders Israëlieten zijn, trekt vooral de opmerkzaamheid door haar vroegtijdige ontwikkeling. Zij is nauwelijks acht jaren, maar wil toch overal de reden van weten en tracht alles te begrijpen, wat zij om zich heen ziet. Als men haar zoo hoort redeneeren, den ganschen dag door want haar levendige geest heeft geen oogenblik rust —‘dan zou men eerder denken dat zij merkelijk ouder is.

Het verblijf in de kostschool lacht haar zeer toe. Den eersten dag ging het er grappig toe in het klooster. Zij liep overa rond, snuffelende in alle hoeken en kanten en riep luide tot ieder dien zij tegenkwam en maar luisteren wilde; Waarlijk, hier'ben ik gelukkig, ik ben geheel tevreden. Welk een vroolijke ziel! maar ook wat een vaste hand zal haar moeten leiden !