zijn, die zij, kost wat kost, moeten onderhouden en uitbreiden. De aalmoezen der katholieke kinderen en de zegen van den goeden God zullen ons daartoe helpen.

Gunsten, door de voorspraak van Zuster Tfieresia van het Kindje Jezus in de missielanden verkregen.

I.

Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Monseigneur Bertreux. Apostolisch Vicaris van de Zuidelijke Salomons-eilanden (Oceanië) schreef aan het klooster van den Garmel te Lisieux het volgende:

.Pater Coicaud is op het oogenblik te Malalta, om er een nieuwe standplaats op te richten. Vroeger heeft hij daar eens vier weken doorgebracht en was bij zijn terugkomst verwonderd, zijn hoofd nog op de schouders te hebben. De inboorlingen immers zijn zeer wreed en echte menscheneters. Het opperhoofd heeft met eigen hand reeds twaalf personen gedood, maar hoeveel hij er opgegeten heeft, weet hij zelf niet

Nu, die kerel, die overigens een verstandig en welwillend man schijnt te zijn, heeft slechts gedaan wat iedereen daar doet.

.... Maar thans is hij bekeerd door de voorspraak van Zuster Theresia. Inderdaad toen de Pater naar Malaïto ging, had ik hem twee relikwieën van Theresia gegeven ; de eene heeft hij in zijn hut gehangen en de andere op het eiland geworpen. Theresia is dus in ’t bezit van het eiland. Reeds veertig personen zijn er tot den katholieken godsdienst overgegaan. Het opperhoofd heeft gezegd: „Het is nu gedaan met menscheneten en doodslaan.” Hij heeft een meisje laten doopen het eerste Docpsel op het eiland en het kind heet.... Theresia.

„Hij wil zelf ook het Doopsel ontvangen. Op de vraag, welken naam hij verkoos, antwoordde hij ; „Michaël,” want