Eensklaps kwam er in mijn geest eene gedachte op.

Indien men de kinderen hare Eerste Heilige Communie eens liet doen ? Zoo dikwijls waren zij voor mij nedergeknield om mij met hare vurige blikken en smeekende gebaren te vragen aan deze gunst deelachtig te worden, Maria-Helena vooral gaf mij te verstaan, dat zij in de H, Communie in haar hart dien Jezus zou ontvangen, die eiken dag onder de heilige Mis in de heilige Hostie nederdaalde.

Ik sprak er dus over met den Pater, die geen enkel bezwaar tegen mijn voorstel maakte.

Alles werd voorbereid tot de komst van den Koning der koningen. Dit was het oogenblik om het offer te vragen. Terwijl ik mij tot Maria-Helena wendde, volgden de zwarte oogen al mijne bewegingen.

„Indien gij van kamer wilt veranderen, zeide ik haar, dan zal Jezus, dien gij mij zoo dikwijls gevraagd hebt, eindelijk in uw hart komen wonen,”

Ik had nog niet geëindigd, of de kleine stomme sprong met een ongelooflijke wilskracht uit haar bed, en scheen in een oogwenk al hare krachten te hebben teruggevonden, om op te vliegen tot Dengene naar wien hare ziel verzuchtte.

Magdalena, reeds onbeweeglijk geworden door de kille omarming van den dood, bleef oogenschijnlijk ongevoelig, maar hare oogen, buitenmate door de koorts vergroot, volgden met een onbeschrijfelijke uitdrukking van droefheid de vertrekkende zuster.

Wat Maria-Helena betrof, zij zag niets meer, gevoelde niets meer; hare ziel, als herschapen door de blijde aankondiging van Jezus’ komst, zweefde boven de aarde en deed haar de wreede pijnen des lichaams vergeten, ofschoon zij van het hoofd tot de voeten slechts ééne wonde was.

Wordt vervolgd.