stad Poechow, waarop ’t volgend opschrift te lezen staat: ,Verboden hier meisjes te verdrinken!”

Mgr. Reynaud C. M , Apostolisch Vicaris van Oost-Tchekiang, liet insgelijks ernstige nazoekingen verrichten, en heeft reeds een heele reeks officieele en niet-officieele verslagen van zijne missionarissen, van Chineezen en Europeanen, ingewonnen en uitgegeven. Wij zullen er nu terloops eenige getuigenissen en feiten van aanhalen.

Het rapport van den Eerw. Heer Marquez luidt’:

„De meeste heidenen alhier in de omstreken van Tsjoe-tsjow willen geen meisjes hebben, en brengen ze ter dood onmiddellijk na haar geboorte. Zij behouden het eerste, doch in de hoop en haast op voorwaarde dat het door een jongen zal worden gevolgd. Komt nu later een zusje in plaats van een broertje, dan is haar lot weldra beslist: het onnoozele wicht wordt onmiddellijk van kant gemaakt.”

„Hoewel ik nog niet zoo heel lang in China ben, verklaart ons de Eerw. Heer Prest, staat, omtrent het bedoelde vraagstuk mijn meening vast. Ik heb reeds lang genoeg de streken van Wenchow doorkruist, om te kunnen verzekeren dat de kindermoord er alom verspreid is.”

De Eerw. Heer O. Arend vertelt een naar geval: „Ik moest onlangs eene missie preeken bij Mr. Lu, een rijken bekeerling, die geen zonen heeft. Bij mijn aankomst stelde hij mij zgne twee dochters voor, en zeide me gewoonweg: „Pater, gelukkig voor haar dat mijn twee dochters na mijn bekeerjng geboren zijn, want voordat ik Christen was, heb ik ook nog vier dochters gehad, en ik heb ze alle vier gedood.” De kinderen die naar het gesprek van hun papa stonden te luisteren, schenen er niet het minste over geërgerd. Pasgeboren meisjes uitmoorden is hier trouwens een zoo algemeen gebruik, dat niemand zelfs er naar omziet.”