de kerk was. Een half uur later komt een scheepsluitenant met een deel der ontschepingscompagnie aan. De leerlingen van het college ontvangen hen met klaroenen en trommels en terwijl zij „naar het kamp" blazen, treden de zeelieden binnen en houden halt op de binnenplaats. Een commando van „rechts in de flank" doet de talrijke toeschouwers terugwijken. Er wordt appel gehouden, men plaatst de geweren aan rotten en, een half dozijn onderofficieren niet medegerekend, leiden wij honderd en vgftien matrozen den refter der leerlingen binnen, waar zij vóór de H. Mis wat uitrusten. De consul van Italië, vergezeld van eenige officieren komt per rijtuig aan; allen zijn in burgelijk tenue. Eindelijk arriveert de commandant, en na de onvermijdelijke plichtplegingen schaart men zich in gelid om zich naar de kerk te begeven.

Het is tien uur. Zooals gij wel denken kunt, is Zi ka-wei geheel in beweging. De leerlingen der school, „Aurora” genaamd, traden na de zeelieden het college binnen en volgden hen den ganschen dag in den refter op de speelplaats en te Toe-sé-wé. De vrouwen moesten, teleurgesteld, aan de deur blijven staan; heden avond echter zullen zij in het weeshuis hare schade inhalen. De H. Mis wordt opgedragen door Pater Lecointre. Pater Robinet heeft zijn koorknapen, zijn misdienaars en kaarsendragers niet gespaard. Pater Henry voert eenige stukken uit voor vier ongelijke stemmen; Pater Ferrand brengt een solo: O Pastor bone van Stradella ten gehoore. De leerlingen van het college en de scholastieken zijn echter niet de eenigen, die het feest opluisteren. De Italiaansche zeelieden hebben eenige instrumenten medegebracht: twee violen, een klarinet, guitaren en mandolinen; daarmede voeren zij twee heerlijke stukken uit met een bezieling en tact, als ik sinds lang niet meer gehoord had. De eerste viool zou u in verrukking gebracht hebben. Een der zeelieden zei mij : „hij is een hartstochtelgk