violist; zoodra hij aan boord eenige vrije oogenblikken beeft, grijpt bp naar zijn instrument en ontlokt bet, geheel begeesterd, de beerlijkste melodiën, die de andere zeelieden aangenaam aandoen.” Die Italianen zijn allen geboren muzikanten.

Na de H. Mis bet ontbijt. Het is feest. Zij lachen, zij applaudisseeren ; zij roepen uit: goede sigaren ! goede sigaren ! want men bad er overal op tafel neergelegd ; daarna beginnen zij opnieuw muziek te maken en brengen ons de meer bekende gezangen ten geboore. Het lied Santa Lucia wordt meermaals herhaald en de zeelieden boeren met verwondering en verrukking een der Franscbe Paters bun lievelingslied medezingen. De consul, de commandant en de andere officieren komen met den Eerw. Pater Rector de eetzaal bezichtigen. Allen zijn opgewekt en in de wolken. De leerlingen, in Sineescb costuum, worden achter in den refter geleid en kijken zich de oogen baast uit op die zeelieden, die naar hartelust eten, lachen, zingen en op hunne instrumenten spelen. Na de zangen den dans: wals, polka en Italiaanscbe sprongen volgen elkaar zonder onderbreking op. Het balspel vindt bijval; de gymnastiek is aantrekkelijk. Eindelijk na een mar schuit voering, een rijwieltoer, manceuvreeren de leerlingen op bun beurt voor de bezoekers. Hun commandant, Tsjang-guolin, door den sergeant Dior gevormd, doet zijn bataljon in stilte, enkel door handbewegingen, de mooiste bewegingen uitvoeren ; de officieren zijn ganseb verbaasd. Van dat alles en ook van bet feest werd een foto genomen.

Nu nog Toe-sé-wé. Pater Damasio beeft al zijn volkje op de been gebracht; de klaroenen en trommels zijn klaar, bet Sineescbe vaandel is ontplooid. Pater Hermand zwaait den dirigeerstok der fanfare en de Italianen worden door onze kleine weezen militairement tegen kwart over twee ontvangen. De kinderen maken bg bet schallen der klaroenen en bet