die van hun teederste jeugd af apostelen worden door middel van hun kleine aalmoes en hun gebedje voor hun eidensche broertjes en zusjes. Ze zijn een aansporing ook voor de ouders, die, als ze werkelijk hunne kinderen liefhebben, niets zoo zeer ter harte zullen nemen als hunne kinderen te doen inschrijven in de H. Kindsheid. Ze zijn een troost en goedkeuring voor de priesters en pastoors in de parochiën, voor de Directeurs in de Bisdommen ; ezen toch hebben nu de zekerheid, dat ze goed katholiek werk verrichten in vereeniging met den Paus en geheel de H. Kerk. Ze zijn een geluk en een heerlijke hoop voor de missionarissen, die arbeiden en lijden en zich opofferen voor het heil der ongeloovigen; zij zullen nog beter gevoelen, dat ze niet alleen staan, maar dat geheel de ïï. Kerk, van den Paus af tot aan het laatste der kleine kinderen, met hen is. Al woedt de oorlog en al stapelt hij puinhoopen op puinhoopen, hij kan toch niet de liefde der eenen noch het vertrouwen der anderen vernielen.

Plechtige zegen. De zegen van den Opperherder, onderpand der hemelsche gunsten, daalde op de knielende schare. Benedictus XV liet de leden van den Romeinschen Raad, voorgesteld door ZEm. den Kardinaal Beschermer tot den handkus toe en richtte tot ieder hunner een beminnelijk woordje. Al glimlachend en zegenend trok de Paus zich nu terug vergezeld van de opgewekte toejuichingen der kinderen. Bij het heengaan drukten velen den wensch uit, het volgend jaar terug te mogen komen, en dan in veel grooter aantal, aan den voet van het Kindje Jezus en bij zijn Plaatsbekleeder op aarde. Moge die vrome wensch in vervulling gaan !

TELEGRAMMEN EN ONTVANGST VAN MGR. DE TEIL BIJ Z. H. BENEDIGTUS XV.

Zoodra Mgr. De Teil, Directeur Generaal van het Genootschap der H. Kindsheid, kennis kreeg van de bovenvermelde audiëntie, haastte hij zich het volgend telegram aan Z. H. te richten :