Op klaarlichten dag kwamen zij hunne velden verwoesten. Nog erger, zij reden met de kar door hun velden. Dat was nog niet genoeg, zij besloten deze brave lied_m door de rechtbanken te doen veroordeelen. Ziehier hoe zij het aanlegden. Zij sneden ’s nachts rissen bananen af, daarna zich met geweld meester makende van een opzer geloofsleerlingen, die zij als den meest invloedrijken kenden, brachten zij hem als dief naar de politie. Men weet dat bij de heidenen een eed doen niets kost: de zaak kon bedenkelijk worden.

Toevallig, begaf een onzer missionarissen zich juist op dien dag naar het dorp. Onderweg ontmoette hij onze lieden. lets kwaads vermoedende, vraagt hij hun, waar zij dezen man heen leiden. „Het is een schuldige, zeide de aanvoerder, hij heeft onze bananen gestolen.

Deze zoogenaamde dief, merkte de Pater op was vannacht bij mij. Laat hem los of ik ga u oogenblikkelijk bij den magistraat aangeven.”

De schurken kregen schrik, zij lieten gauw hun slachtoffer los.

Maar ze gingen niettemin door met hun plagerijen. Dikwijls sloegen zij onze dorpelingen of wel zij bestalen ze. Zij beleedigden hun vrouwen en dochters. De zaken liepen zoo hoog, dat eindelijk een onzer Paters den vervolgden aanraadde een aanklacht bij het gerecht in te dienen.

De magistraat toonde wilskracht te hebben en beval aanstonds een honde/dtal arrestaties.

Nu zag men deze lafaards, vroeger zoo aanmatigend, toen zij zwakken aanvielen, nederig worden, heel klein: zij smeekten om genade.

De magistraat deed hen in zijn toespraak een prachtige tirade over de vrijheid van geweten hooren. Op het verzoek van den Pater, zeide hij hun, dat hij ze vergiffenis schonk, maar verklaarde hun tevens, dat hij hunne namen had opgeschreven en bedreigde hen, in geval zij opnieuw begonnen met de strengste straffen.

Sinds dien, gaat de voorbereiding tot het doopsel in het dorp door: wij zullen weldra een honderdtal personen kunnen doopen. Er zullen verschillende kinderen onder zijn. De stuiver, die gij ons zendt, lieve kleine leden, zal bijdragen tot de kosten voor hun christelijke opvoeding. Ood zal u cens rijkelijk beloonen voor al het goed, dat uw aalmoes in de wereld uitwerkt.