’t is heel erg, dat die jongen niet katholiek is. Misschien is hij niet gedoopt ook, wie weet ? Dan ben jij toch heel wat beter af. Dolf, dat jij katholiek geboren en opgevoed bent. Wat ’n ongelukkige jongen is dat toch I Nooit bidden, nooit te biechten, nooit te communie, hoe ongelukkig! Zeg Dolf, heb jij er al wel eens ooit aan gedacht om Onzen Lieven Heer te bedanken, dat je katholiek bent, dat jij zoo’n groote genade hebt, die die arme jongen niet heeft. Bedank je Onzen Lieven Heer daar nooit voor?”

„Neen, moeder,” zei Dolf, een beetje verlegen.

„Dat komt maar, omdat je er niet aan gedacht hebt. Zorg dat je er nu en dan eens aan denkt, hoor jongen ; want katholiek zijn is wezenlijk zoo’n groot geluk, dat we er God nooit genoeg voor kunnen bedanken. En een groote eer is het ook. Want de katholieken zijn de beste vrienden van Onzen Lieven Heer, ten minste als ze hun best doen om goede katholieken te zijn. Onthoud dat heel je leven lang. Dolf!”

Katholiek-zijn, welk een eer 1

Katholiek-zijn, zoet genot I

O, ik dank U duizend keer

Voor Uw liefde, goede God 1

EEN CHINEESCH APOSTELTJE.

In China, in de missie Kiangnan, was een jongen van negen jaar, die graag christen wou worden; maar zijn ouders wilden het niet hebben. Ze scholden hem uit, sloegen en verwenschten hem. Maar de brave jongen liet den moed niet zinken, ja, hij onderwees zelfs zijn zesjarig broertje in de waarheden van den godsdienst. Dikwijls gingen de twee kinderen naast elkaar op hun knietjes zitten. Als hun ouders hen dan zoo aantroffen, kregen ze weer veel slaag, maar toch volhardden ze. Ze dachten maar: we moeten meer aan Onzen Lieven Heer gehoorzamen dan aan de menschen. Eindelijk behaalde hun standvastigheid de overwinning. De ouders bekeerden zich, en nu is zelfs de heele familie katholiek.

Zooveel vermag het voorbeeld en het gebed der kleinen!