zij, dit is zeker, dat voor een Chinees zoo’n reisje met de kar even prettig is, als voor een Europeaan een automobieltochtje over gladde asphaltwegen.

We trekken door verscheidene dorpen, waar nog geen mensch gedoopt is; allen zijn nog heidenen. Op zoo’n rondreis ziet men duidelijk, dat de ware godsdienst nog veel te weinig bekend is in China. Och, hadden we toch maar meer missionarissen. De menschen zijn wel van goeden wil, maar er zijn te weinig priesters, ’t Is juist zooals Jezus zei: „De oogst is wel groot, maar er zijn te weinig werklieden.” Het geld om kerken te bouwen, scholen op te richten, en andere werken van Chrislijke liefdadigheid te vestigen, verwachten wij met vertrouwen van de mildheid der katholieken in Europa.

Uit den optocht te Boxtel: O. L. Vroutv koningin der Engelen.