Overal waar we voorbijtrekken, kijken de dorpelingen ons nieuwsgierig aan. De kinderen loopen soms bang weg. De menschen lijken niet kwaad, maar wel wat ruw, half wild.

Tegen drie uur bereiken we het dorp Siao-Tan-ti We gaan naar het huis van een man, die een zoon bij ons in het seminarie heelt om priester te worden, ’t Is een oude, kranige patriarch, een schatrijke boer, eigenaar van talrijke landerijen. Ook bezit hij een distilleerderij, een borstelfabriek, enz. ’t is een soort Chineesche millionnair. De familie is al lang katholiek. We worden buitengewoon hartelijk en plechtig ontvangen. Het bezoek van drie priesters is een heele eer voor hen, en allen zijn in de weer om ons te bedienen. De tafel is gauw gedekt.

Uit den optocht te Boxtel: Jezus met de 12 Apostelen op het meer van Genesareth in het scheepje van Petrus.