gedachte aan thuis, hoe ze moesten spartelen om rond te komen en... hoe vader al ’n plaatsje voor hem besproken had in de mandenmakerij.

Mandenmaker! Ba, wat vond hij dat ’n akelig ambacht. Hij zag zich daar al zitten met ’n half afgewerkte mand op den schoot en maar vlechten, vlechten 1... Hij was nog liever sjouwerman.

Den volgenden dag, toen hij Jezus voor ’t eerst in z’n hartje droeg, werd er heel wat gepraat over de missie. Hij wou zoo graag naar de missie. Hij zou hard werken, veel zieltjes winnen voor den lieven Jezus. Hij zou niet bang zijn voor de hitte en ook niet voor de gevaren. Hij wou wel sterven als martelaar als het moest. Alles wilde hij, wat Jezus graag van hem had, maar... Jezus moest zorgen, dat hij missionaris kon worden, want thuis waren ze arm...

En Jezus luisterde met plezier naar den kleinen plager en zei

Vit (lm Kindsheiduptocht te Beeh hij Breda.