verspreiding vinden. Dat kan niet anders als aan Gods glorie en het welzijn der Missiën ten goede komen.

De alom bekende oud-Missionaris Pater H. Raymakers schreef voor het boekje een inleiding.

Coudewater

Rector Zwijsen.

Philippijnen.

Een ijveraarster.

De Eerw. Pater Zanvliet is missionaris te Suriago op de Philippijnsche Eilanden. Daar valt hard te werken, om op te roeien tegen de vrijmetselarij en de godsdienstlooze scholen. Op de jeugd is onze hoop gevestigd. Uit onze scholen, zoo schrijft de Eerw. Pater Zanvliet, moet de vernieuwing komen. Dat er in de kinderen nog wel iets goeds zit, bleek mij onlangs uit het volgende geval.

Tago is een klein dorpje aan den rand der Stille Zuidzee. Van 1916 tot -17 hadden we ons best gedaan, om de kinderen te brengen tot de veelvuldige, zelfs dagelijksche Communie. Veel succes had ik niet, omdat de ouders niet meewerkten. Den 24 Aug. komt een meisje naar me toe en wil me spreken. Zij was 15 jaar oud en een der weinigen, die zich hadden laten bewegen, om dagelijks te Communiceeren. ’t Was een braaf kind, onschuldig en godvruchtig, zonder gemaaktheid of ziekelijkheid. Neen, haar godsvrucht was -echt en flink. Ze was de vreugde en het voorbeeld der school. Ze kende de Bijbelsche Geschiedenis en den Catechismus op haar duimpje, misschien beter dan menig Europeesch schoolkind.

Ze had, toen ze met een vriendinnetje bij me kwam, iets op het hart, dat zag ik wel.

Pater, zei ze, ik zou graag een Congregatie oprichten.

Ik lachte en zei: Dan wilt gij zeker presidente worden.