„Dat weet ik. Jullie hebt nu vóór de zon uitgevlogen. Om acht uur was de zon jullie vier uur achter, maar nu heeft ze jullie al ingehaald, ’t Was hij U nu vijf uur, dus heb je er negen uur over gedaan. Nu begint de zon jullie vóór te komen, maar als je even snel vliegt als nu, kun je nog achttien uren’ in de lucht zijn eer ’t van avond acht uren is.”

„Ja ja, ik begrijp ’t nu wel. Dat wil zeggen, dat ik me nog danig vervelen kan, eer ik thuis ben. Maar wat doen die zwarten allemaal vreemd ! Is ’t hier kermis ?”

„Wel neen, die zijn zoo. Dat heb ik je vroeger toch gezegd

Weet je dat niet meer. Ze hebben nog nooit zoo’n vliegmachien gezien en dan nog wel een met ’n missionaris er in voor China. Ze hebben daar nou pret in en moeten dat op alle manieren toonen. Voor mij is dat heel gewoon.”

Ik denk, twee keer zoo ver als Holland.

Ondertusschen waren ze samen al ’n heel eind opgewandeld en waarachtig, daar had je ’t nou. ’n Heele bende zwartjes waren aan ’t voetballen met ’n leeren voetbal en trapten er met hun bloote voetjes tegen of ze van caoutchouc waren, ’t Was