hij nog zijn blik naar z n schreiende en troostelooze moeder en zei : „Moeder, waarom bent u toch zoo erg bedroefd ; ik ben toch zoo blij !"

Mooier kan een Christen aan het einde zijns levens niet spreken.

Dat is de levensgeschiedenis van den kleinen Willem, zooals ik hem zelf heb gekend.

Heidenen en Christenen.

(Een ware geschiedenis.)

Vervolg van bh. 60

~Ja, sprak Johannus, de oudste der Christen negers, ~zoo gaat het altoos : op het kwaad volgt de straf en na uw dood zult ge voor den oppersten Rechter moeten verschijnen en van Hem een nog veel erger straf krijgen, want Hij wil niet, dat wij zelven ons wreken er staat geschreven : Mij is de wraak. Ik zal vergelden zegt de Almachtige Heer.”

~Jullie hebt niks misdaan, niemand zal jullie straffen," antwoordde een der wraakgierigen, „maar wij hebben oorzaak tot schrik en angst ons toch raad wat moeten we doen ?

„Vooreerst, ons beloven, van verdere wraak af te zien en ten tweede, naar ons te luisteren, wanneer we jullie den ~Christelijken godsdienst willen leeren. . . . dan zal ik mijn best doen voor u allen bij den blanken officier en bij de heeren planters en gaat nu aan den arbeid er is al te lang en te veel verzuimd,"

De heidenen durfden nu niet anders zij beloofden,