de keel en wroeging in het hart. Ze zou wel hebben willen roepen : „Zuster ik ben oneerlijk geweest i” om zoo weer eerlijk te worden. Maar ze durfde niet.

Bij haar thuiskomst kreeg ze dadelijk de vraag : „Heb je goed geofferd Grietje ?”

’t Kind verschrok ervan, ’t Was net of ze overal voelden, dat ze niet eerlijk was geweest. Dat was de straf van O. L. Heer.

~Ja moeder,” zei ze schuchter. Haar stem klonk zoo onzeker, dat de pleegmoeder ’t niet vertrouwde.

~Je hebt toch je geld in de schaal gelegd ?” vroeg ze weer.

„Ja moeder,” klonk ’t weer.

En daarna vroeg ze gelukkig niets meer. Maar goed, dat ze

Groep: H. Kindsheid Soesterberg.