Bisschop was van Gerra en Coadjutor van Mgr. den Dubbelden met recht van cff)volging. Mgr. Zwijsen talmde eenigszins met de oprichting, misschien omdat hij vreesde, dat het werk in Nederland weinig succes zou hebben ; hetzij, omdat zijne veelvuldige beslommeringen als Vice-Superior der Hollandsche Missie en zaakgelastigde van den H. Stoel bij het Hof te ’s-Gravenhage, welke posten hij met het pastoorschap van Tilburg vereenigde, hem geen tijd lieten, zich met nieuwe werken te belasten. Pater Superior de Beer liet echter niet na, telkens op de zaak terug te komen, totdat hij eindelijk zijn aanhouden met goeden uitslag mocht bekroond zien.

Den 21 Juli 1849 werd dan ook te Tilburg in de parochieschool van ’t Heike het eerste Genootschap der H, Kindsheid opgericht en begon het zijn zegenrijken werkkring.

Als eerste Hoofd-Tresorierster werd benoemd Mevr. Louise Suys, die bijgestaan werd door een talrijke schaar van geestdriftige Zelatricen. Van Tilburg uit verspreidde zich de H. Kindsheid snel over het Bisdom van Den Bosch. De andere Bisdommen volgden en weldra was er, vooral in het Zuiden, bijna geen enkele parochie meer, waar de H. Kindsheid niet bestond, bloeide en groeide en zegenrijk werkte.

Waarin bestaat dat zegenrijke ?

Niet alleen in het geldelijke voordeel, dat de H. Kindsheid aan de Missiën bezorgt, ofschoon dit verre van te versmaden is.

Het Genootschap der H. Kindsheid zaait hier in Nederland, maar de vruchten komen uit aan de andere zijde der wereld. Daar in die verre landen, in China, Congo en andere heidensche landen, worden duizenden kinderen gered van den eeuwigen en tijdelijken dood door het wekelijksche halve centje onzer kleinen.

Wat zaait het Genootschap ? Vooral twee dingen : aalmoes en gebed.

Die aalmoes, een halve cent per week, of 21/2 in de maand lijkt een kleinigheid. Maar vele kleintjes maken één groot.