raadzaam oordeelden haar naar China te zenden. In 1865 kwam zij naar Tien-tsin en was daar voor de kinderen een goede moeder, zacht, vriéndelijk als een Engelbewaarder.

Soeur Clarelin (Sr. Marie) uit het Jura-gebergte was een zuster vol diepe godsvrucht. Reeds te Smyrna had zij zich onderscheiden door haar grooten ijver om kinderen in stervensgevaar te doopen. In 1863 is zij in China, en loopt de dorpen af, er steeds op uit om kleine zieltjes te redden. Geen minuut verliest de wijze en waakzame maagd en bereidt voor zichzelf een schoone Martelaarskroon.

Soeur Tillet (Sr. Aurelia) uit het bisdom Orléans, werd op haar verlangen in 1866 naar Tien-tsin gezonden. Om haar ziel volkomen te louteren zendt God haar wreede beproevingen Bij het verzorgen der weeskinderen, die zij toch als de teederste moeder behandelt, vervult afkeer en bitterheid hare ziel. „Moeder, snikt zij wel eens tot de Overste, laat gauw iemand gaan zien of er in do haven geen schip ligt, dat mij

Uit den optocht der H. Kindbhdd te Berlicum (N.Br.)