UIT HET LAND DER GELE KINDEREN.

Dit is een geschiedenis uit Japan, het land waar nu pas zoo’n verschrikkelijke aardbeving gevpeest is. ’t Is nu juist 300 jaar geleden, dat er in dat land een vreeselijke vervolging woedde tegen de christenen. Het bekeeringswerk was door de missionarissen pas goed en wel begonnen, een mooi aantal Japanners hadden zij reeds van afgodendienaars tot brave christenen gemaakt, toen de keizer daar opeens een eind aan wilde maken. Geen dag ging er voorbij, of er werden priesters en christenen op de schrikkelijkste wijze ter dood gebracht. De gevangenissen zaten vol met onschuldige martelaars.

Elisabeth met haar zoontje Ignatius werd ook in den kerker opgesloten en kort daarop door den keizerlijken rechter ter dood veroordeeld. Toen ze dit vonnis hoorden, verschrokken ze niet of werden ze niet bang, maar, hun gelaat straalde van blijdschap. Ze wisten immers, dat het martelaarschap de kortste weg is naar dc;n dtemel. Vroolijk en opgewekt gingen ze naar het groote plein van de stad, waar ze zouden onthoofd worden. Juist waren de beulen daar bezig met den heiligen priester Spinola levend te verbranden. Die priester had Ignatius gedoopt en zoodra Elisabeth hem zag, hief zij haar zoontje op haar armen omhoog en riep tot den brandenden martelaar : „Vader, zegen mijn kind, want het gaat ook voor het geloof sterven.”

De moeder en het kind zagen daar voor hun oogen nog vier andere christenen het hoofd afslaan. Maar zij ontstelden niet. Toen grepen de heulen de moeder vast en duwden haar met het hoofd op den kapblok. Eén slag !.... Haar ziel steeg op ten hemel.

Toen wilde men nog probeeren om Ignatius van het geloof afvallig te maken. Men beloofde hem van alles, men bedreigde hem met de wreedste folteringen, maar het knaapje zei : „Ik ben Jezus’ vriendje en dat wil ik blijven !” Opeens liep hij uit eigen beweging naar den kapblok, die nog rood was van het bloed zijner moeder, legde zijn hoofdje erop en zei : „Nu sla maar 1” De beul zwaaide zijn bijl en sloeg den kleinen martelaar het hoofd af. Ignatius was nu weer bij z’n moeder in den hemel.