Een Missie-bloempje

Kleine Lydia was een teer, zwak kindje van nog geen volle drie jaar. Te verwonderen was het niet. Haar vader was een Franschman, die voor zaken naar de Oost was gegaan. De moeder van Lydia was, toen zij trouwde met Franeois Courpois, nauwelijks twintig jaar. Het was altijd een fijn, teer poppetje geweest, eenigst kind van rijke ouders, die in het zonnige zuiden van Frankrijk woonden. Nini Merville, het verwende jonge meisje, die al haar verlangens zag ingewilligd door al te toegevende ouders, had de toestemming gevraagd en verkregen voor haar huwelijk met den flinken energieken Franeois. Edel van karakter was'hij, een flink handelsman was hij ook, dat kon niemand ontkennen. Maar het allernoodzakelijkste ontbrak hem: het vast geloof. Hij was katholiek gedoopt, had zijne eerste H Communie gedaan en was toen met de beste voornemens bezield. Omgang met lichtzinnige jongelui in zijn studententijd had hem aaii ’t wankelen gebracht, en toen hij voor ’t feit stond een kerkelijk huwelijk te moeten aangaan, had hij toegegeven terwille van zijn schoonouders. Daarop was het jonge paar vol moed scheep gegaan naar Indië, om het nieuwe, onbekende, geheim-